Hoofdstuk 2

DutchEnglishFrenchGermanGreekItalianPortugueseSpanish

Hoofdstuk 2 - Het huwelijk is een contract.

Dit zal als eerste voor velen in onze tijd als ‘verrassend’ zijn, maar het huwelijk wordt eenvoudig een ‘verbond’ genoemd (Hebr. berith) door de hele Pentateuch en de rest van het OT heen.  Helaas neemt dit het ‘romantische’ van een huwelijk weg in onze tijd, maar dat was in het OT en Nabije-Oosten dan ook vaak niet de reden om een huwelijk aan te gaan. Hetzelfde woord ‘berith’ wordt namelijk ook gebruikt als contract of verbond, in de context van een verkoopcontract of koopovereenkomst van land of andere zaken. De bedoeling hiervan is het vastleggen van de afspraken waaraan beide deelnemers aan het contract zich dienen te houden. En dat een van de betrokken partijen, het contract kan laten ontbinden, als de andere partij zich niet aan de vooraf schriftelijk vastgestelde voorwaarden gehouden had. (1)

Ook zal het menigeen verbazen dat in vele landen, zo ook in Nederland, het ‘huwelijk' gewoon een zakelijkcontract is tussen twee personen. Sterker nog, er is in Nederland geen enkel verschil in de documenten voor trouwen door de burgelijke stand en het afsluiten van een geregistreerd partnerschap. (Zie hier de link naar de Rijksoverheid).

Het huwelijk in Bijbelse tijden was ook zo’n ‘gewoon’ contract, vaak opgesteld door de families van het aanstaande stel, of door de man en vrouw zelf. Hierin werden, buiten de normale zaken als huisvesting, kleding, voedsel en het recht op het voortbrengen van nageslacht, ook de financiële zaken geregeld en/of vastgesteld in geval indien een van de partijen zich niet hield aan de vastgestelde voorwaarden. 

De ‘boete’ voor het breken van het huwelijkscontract door de man, op niet legale gronden, was het terugbetalen van de bruidsschat aan de vrouw, en deze kon vaak hoog zijn. De ‘boete’ voor de vrouw als zij het huwelijkscontract brak, was het verlies van haar bruidsschat en financiële zekerheid, en betekende voor haar meestal armoede en de bedelstaf. Vaak keerde de vrouw, indien dit mogelijk was, terug naar haar familie. Door deze financiële voorwaarden op te nemen in het huwelijkscontract, werd er een ‘drempel’ opgeworpen om zich te houden aan de voorwaarden die vastgelegd waren, en niet zo snel een echtscheiding aan te gaan. De consequenties waren namelijk groot, en rabbijnse rechtbanken waren degenen die besloten, na het horen van de ‘feiten’, of er recht- of onrechtmatige gronden waren voor een echtscheiding.

Er zijn veel van dit soort en soortgelijke contracten teruggevonden in het Nabije Oosten, en de gebruikte woorden en zinnen komt overeen met de bewoording gebruikt in het OT als het gaat om huwelijkscontracten.

De Mozaïsche wet verschilde hierin wel met de rest van het Nabije Oosten m.b.t. de rechten van vrouwen in het huwelijk en na een echtscheiding. Zij hadden meer rechten in het huwelijk, en meer mogelijkheden om te her-trouwen na een echtscheiding op rechtmatige gronden zoals die vastgelegd waren in het huwelijkscontract. 

Het ‘echtscheidingscertificaat’, die vrouwen het recht verschafte om te her-trouwen, was uniek voor het Judaïsme. (2) Het is goed om vooraf al duidelijk te stellen dat het echtscheidingscertificaat dan ook specifiek bedoeld was als een ‘vrij brief’ voor de vrouw om te mogen her-trouwen, en als zodanig zich niet schuldig te maken aan de zonde van ‘overspel’ (en in oude tijden zelfs gestenigd te worden). Dat was de belangrijkste functie van dit echtscheidingsdocument voor een gescheiden vrouw ten tijde van het verschijnen van de Zoon van God op aarde!

(1) Zie hoofdstuk 1 uit “Divorce and Remarriage in the Bible” - David Instone-Brewer voor uitgebreide informatie met bronvermeldingen.
(2) Zie hoofdstuk 2 - “The Pentateuch”, van bovengenoemde bron.

© OTR 2023