Hoofdstuk 4

DutchEnglishFrenchGermanGreekItalianPortugueseSpanish

Hoofdstuk 4 - Precedent door God zelf gegeven.

(Precedent = uitzondering die ook op andere gelijke situaties/zaken toepasbaar is.)

Dat wat we in de voorgaande hoofdstukken hebben beschreven, vinden we ook terug bij God’s handelen met het toenmalige volk Israël uit het OT.

God bezag en beschreef Zijn relatie met Israël als een huwelijksverbond wat aangegaan was met de 12 stammen van Israël ten tijde van Mozes. We vinden deze bewoording terug in Jesaja 54:5:

“Want uw Maker is uw Man, HEERE van de legermachten is Zijn Naam, en uw Verlosser is de Heilige van Israël, de God van heel de aarde zal Hij genoemd worden.” (HSV)

Het Hebreeuwse woord hier weergegeven met ‘Man’ is ‘bâ’al’, (5) wat echtgenoot betekend. God bezag dus Israël als zijn echtgenote. Het wordt je duidelijk, als je het OT leest, dat Israël keer op keer ‘overspelig’ is, en met andere ‘goden’ ‘verhoudingen’ aangaat. Daarop besluit God om haar weg te sturen met een echtscheidingscertificaat, wat we lezen in Jeremia 3:6-11 en vers 20:

“Tijdens de regering van koning Josia zei de HEER tegen mij: 'Heb je gezien hoe ontrouw Israël mij geworden is? Ze pleegde overspel op elke hoge berg en onder elke bladerrijke boom. Ik dacht: Als ze van dat alles genoeg heeft, komt ze wel bij me terug. Maar ze kwam niet terug. Haar afvallige zuster Juda zag dat ik ontrouw Israël verstoten had en haar een scheidingsbrief gegeven had, juist omdat ze overspel had gepleegd. Maar toch liet afvallig Juda zich daardoor niet afschrikken, ze pleegde zelf ook overspel. En door haar lichtzinnig overspel met goden van steen en hout wierp ze een smet op dit land. Daarna kwam Israëls afvallige zuster Juda wel bij me terug, maar ze was niet oprecht, ze kwam met loze woorden - spreekt de HEER.' De HEER vervolgde: 'Ontrouw Israël is nog rechtvaardig in vergelijking met afvallig Juda. …

Maar nee, zoals een vrouw die haar man bedriegt, zo heb jij mij bedrogen, volk van Israël! - spreekt de HEER.” (NBV)

Hetzelfde thema komen we tegen in het boek Hosea. Daar lijkt het echter dat Hosea zijn overspelige vrouw Gomer, op het einde weer terugneemt als vrouw. Maar dat zou in tegenspraak zijn met Deut. 24:1-4, waar de man, zijn gescheiden vrouw niet meer mag terugnemen. De oplossing voor dit schijnbare probleem is eenvoudiger dan gedacht. We lezen namelijk dat Christus een nieuw verbond sluit met, in eerste instantie de 12 apostelen, maar in uitbreiding met ieder die in Zijn voetstappen wil treden, de Gemeente God’s of leden van het Lichaam van Christus (Luk. 22:20). Ook zei Jezus tegen de leiders van Israël, dat het Koninkrijk, wat een huwelijksverbond tussen God en Israël was, van hun zal worden weggenomen, en gegeven zal worden aan een volk die de vruchten ervan wel voortbrengen (Matt. 41:43). Ook Paulus verduidelijkt dit zowel in Rom. 9:6-26 als Gal. 6:15,16 waar hij spreekt over het ‘Israël Gods’, waar dit bestaat uit zowel Joden als heidenen die zich bekeren tot Jezus Christus.

Hiermee wordt aangegeven dat, op een van de rechtmatige gronden voor echtscheiding, namelijk het herhaaldelijk plegen van overspel (Gr. Porneia), het toegestaan is om weer te her-trouwen. (6)

(5) h1166. בָּעַל ḇâ‘al; a primitive root; to be master; hence, (as denominative from 1167) to marry: — have dominion (over), be husband, marry(-ried, x wife).
(6) Zie voor een uitgebreide verklaring van Hosea, Jesaja, Jeremia en Ezechiel, “Divorce and Remarriage in the Bible” van David Instone-Brewer
- Hoofdstuk 3 - “The Later Prophets”.

© OTR 2023